Op sommige plaatsen is sprake van een bodem met een dunne laag veen (< 40 cm). Deze veenlaag zal relatief snel, binnen enkele decennia, oxideren (ook ‘verbranden’ of ‘opbranden’ genoemd). Het nemen van maatregelen tegen bodemdaling is op deze gronden minder zinvol dan op bodems met een dikkere veenlaag, omdat op dikkere veenlagen meer te verliezen is. Niets doen is dus ook een optie op dunnere veenlagen. Dat houdt in dat bepaalde gebieden worden ‘opgegeven’ en men accepteert dat het veen op die plekken opbrandt. Dat betekent wel dat die lagen nog decennialang CO2  uitstoten.
Op bodems met een veenlaag van ongeveer 40 cm of minder.