De bodem daalt niet overal even snel. Dat komt vooral door de verschillende samenstelling van de bodemlagen; ook processen als kwel en wegzijging en het grondgebruik spelen een rol. In Midden-Delfland zijn deze oorzaken niet overal aanwezig. Daardoor daalt de bodem sneller of juist langzamer in sommige deelgebieden.
Dit maakt het lastig om een goede balans te vinden tussen:
Op snel dalende en lage plekken wordt vaak onderbemaling toegepast door de grondeigenaar. Daar kan men ook overwegen om te stoppen met onderbemaling en accepteren dat de grondwaterstand dan hoger wordt. De opbrengst van de grond wordt daardoor wel lager en dus is een compensatie nodig. Met extra maatregelen, zoals waterinfiltratiesystemen, blijft de functie van de grond wel iets beter behouden.
In de laagstgelegen delen van veengebieden.